Familiebedrijf Lufo viert generaties ondernemerschap en culturele trots!

Je zou het misschien niet verwachten, verscholen tussen weilanden, net voorbij de A2 vanuit Amsterdam en nog vóór je Utrecht binnenrijdt, ligt Lufo. Een pionierend familiebedrijf en cultuurdrager dat geschiedenis schreef. Het eerste bedrijf dat zelfgemaakte zoutvlees (gepekelde rund) in Nederland op de markt bracht. Niet omdat de Nederlandse markt daarom vroeg, maar omdat dit het hart was van wat er in de Surinaamse gemeenschap in de keukens gekookt werd. Voor vele families met Surinaamse ‘roots’ was dit bedrijf een begrip, en ook ik ben met Lufo opgegroeid.

Opgericht door Kenneth Fong Hing en Henry Sjauw Mook, jeugdvrienden uit Suriname met een gedeeld verleden in muziek en vakmanschap. In hun jonge jaren in Paramaribo speelden ze samen in een band, en Kenneth pekelde toen al vis, alsof de kiem voor hun toekomst daar al werd gelegd.

Kenneth trouwde met Lucia, een onmisbare kracht in al zijn ondernemingsactiviteiten, niet slechts als partner in het leven, maar ook als mede-ondernemer. 

Toen de politieke onrust in Suriname toenam vanwege de militaire coup en de toekomst onzeker werd, besloten Kenneth en Lucia, die eerder al in Nederland hadden gestudeerd, wederom naar Holland te vertrekken. Daar kruisten hun wegen opnieuw met die van Henry, de oude vriend van Kenneth die juist op het punt stond terug te keren naar Suriname. Op de een of andere manier wist Kenneth hem op andere gedachten te brengen en zei Henry: "Wat je ook gaat doen, ik ga je steunen in alles." Kort erna werd Lufo geboren.

Opgericht in 1983 en gevestigd op het Slachthuis in Utrecht en daarna aan de Veemarkt in Amsterdam. “We kwamen uit Suriname met de wil om iets op te bouwen. "We zagen een duidelijk gat in de markt: traditionele Surinaamse producten, volgens onze eigen standaarden, toegankelijk voor de gemeenschap hier”. Aldus Lucia.

Henry: “We begonnen klein, met fa-chong (Surinaams-Chinese worst) en varkensstaart, producten die makkelijk verkrijgbaar waren omdat Nederlandse slagers het zagen als restafval."

Al snel groeiden we door naar het importeren van zoutvlees, maar daar stuitten we op een probleem. Veel Surinamers waren gewend aan de simpele methode: geïmporteerd vlees dat los in een emmer lag en ter plekke met een bijl in stukken werd gehakt. Wij dachten: “Waarom doen we dit niet zelf, dit kan toch anders en hygiënischer? We wisten al hoe we moesten pekelen, maar we wilden het ook op een schonere en betere manier aanbieden en dus hebben we het gevacuümd en gingen we het verpakt verkopen.”

Lucia: “Zoals de Philips-slogan, ‘Let’s Make Things Better’, want we hebben veel afgekeken, dus dat beter doen, dat werd ons kompas”. 

Maar de wetgeving was niet eenvoudig. Nederland heeft allerlei regels voor voedselveiligheid, distributie, HACCP enzovoorts en ook de taal leek soms een barrière. 

Dus las ik al die Teleac boekjes als “Hoe begin je een bedrijf”. Lucia schreef alles op en met een rode pen markeerde ze relevante vragen en was ze altijd goed voorbereid als er controles kwamen. Deze precisie wierp haar vruchten af. De producten van Lufo vonden succesvol hun weg naar de toko’s, een terrein waar Henry goed in was. Hij bouwde de distributiekanalen op en met volharding slaagde hij erin het volledige Lufo-assortiment in de schappen te krijgen. Ook zijn vrouw Jolanda werd al vroeg onderdeel van het bedrijf en ook zij werd een onmisbare schakel in het geheel en al snel draaide Lufo op gelijke voet in de industrie.  

Bij Lucia kwam het besef dat ze ook de mogelijkheid voor een pensioen kon implementeren in het bedrijf; nog voordat dit verplicht was. Het bedrijf liep goed, dus ze wilde het ook goed geregeld hebben voor haar medewerkers, en leerde wederom op eigen kracht hoe het systeem werkte. Ze verdiepte zich in verschillende verzekeringspolissen en paste deze aan, aan de wensen en behoeften van het bedrijf. “Dankzij die inzet hebben velen nu een mooi pensioen en zijn ze uiteindelijk teruggekeerd naar Suriname," vertelt ze trots.

Het assortiment van Lufo groeide in rap tempo. Vanuit het vertrouwde fundament van gepekeld vlees ontwikkelde het bedrijf veelzijdige producten, waarvan de Lufo pomtayer een toonbeeld voor tayer werd. Maar ook de marinades, pomtayer en gezouten vis vonden hun weg naar de schappen. Deze uitbreidingen versterkte niet alleen Lufo’s positie op de markt, maar ook de hechte band met de gemeenschap. Lufo groeide uit tot een geliefd en vertrouwd huismerk en dat diaspora breed.  

Met het toegang geven tot de Surinaamse cultuur, ontsluit Lufo de verhalen achter het eten en is het bedrijf dan ook meer dan een producent geworden; het is een ware cultuurdrager. 

Het doet mij denken aan de geuren van onze grootmoeders, de smaken van onze feesten, de troost op rouwdagen en de warmte van samenzijn. Want dat is wat Surinaams eten doet: het brengt ons bij elkaar en is vaak hetgeen waar we het meest naar uitkijken. Zelfs als het gaat om een dede oso (Rouwvisite). 

Lucia's ouders kwamen uit China, maar zijzelf is geboren en getogen in Suriname, waar ze werd grootgebracht door een Creoolse bigi sma. Ook Henry groeide op in een huis vol culturele rijkdom; met een Chinese vader, een Javaanse moeder, en net als Lucia, met de liefdevolle zorg van een Creoolse nene. Binnen de Lufo-familie werd dan ook de diversiteit van de Creoolse keuken van jongs af aan al beleefd, geliefd en gekoesterd. Die smeltkroes van culturen leeft voort in hun producten en vormt een tastbare weerspiegeling van hun eigen geschiedenis.

“Als je een Surinamer ontmoet, is de eerste vraag vaak: ‘Heb je al gegeten?" Dat is onze manier om iemand welkom te heten. "Onze keuken is wie wij zijn,” zegt Lucia; Afrikanen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen, Joden, Creolen, allemaal hebben ze een plek in ons eten.” 

Sinds een aantal jaren werken June en Jenna, de respectievelijke (jongste) dochters van Henry en de inmiddels overleden Kenneth in het bedrijf. Het overlijden van Kenneth is een groot verlies voor zowel de familie als het bedrijf en de leegte wordt nog steeds diep gevoeld. Zijn passie, visie en toewijding droegen bij als hoekstenen van Lufo. Ondanks dat het gemis nog steeds aanwezig is, bracht het bij June en Jenna het bewustzijn dat ze niet alleen erfgenamen zijn van een bedrijf, ze zijn erfgenamen van een visie, van een droom, van verbinding, van cultuurbehoud en van ondernemerschap die generaties overstijgt. 

Terwijl ze beiden ook de keuze hadden om iets anders te gaan doen – zo benadrukt Jolanda dat June van haar juist "eerst de wereld mocht verkennen". Na een lange zoektocht naar opvolging en de nood voor extra hulp, belanden ze achter elkaar toch beiden in het bedrijf.

June en Jenna zijn samen opgegroeid en delen daardoor binnen het bedrijf, maar ook daarbuiten hun overwinningen en hun struggles als beste vriendinnen. Als de één het even niet aankan, pakt de ander het op. Voor de toekomst van Lufo willen June en Jenna de Surinaamse cultuur breder onder de aandacht brengen, en binnen handbereik toegankelijk maken voor jong en oud. 

“Wie zien een groeiende vraag naar Surinaamse en Caribische producten, iets wat we ook met  collega leveranciers in de markt constateren."

De markt die ooit begon met de toko’s als belangrijke toegangspoort voor de Surinaamse gemeenschap is nu een grotere en diverse markt geworden, waarin Surinaamse en Caribische producten op allerlei nieuwe manieren en plekken worden aangeboden”.

Een van de redenen waarom bij Lufo ook de horecakeuken was ontstaan, is vanuit het besef dat mensen steeds minder tijd hebben om zelf te koken. Daarom zoeken June en Jenna met een eigentijdse visie, naar de balans tussen authentiek Surinaams eten en gemak, voor de consument van nu “maar wel zonder concessies te doen aan kwaliteit”. Net zoals hun ouders dat deden met altijd het in acht nemen van alle regels. 

Wat ooit begon met een varkensstaart en zoutvlees is na 42 jaar uitgegroeid tot een verhaal van identiteit, liefde voor zowel een gemeenschap en bovenal goed en kwalitatief eten. “Het is een luxe” zegt Henry, "dat je kinderen je bedrijf willen overnemen, en ze doen het nog beter dan wij”. 

Samen kijken ze terug op producten waar ze vroeger mee hebben geëxperimenteerd, zoals de pomkroket. "Misschien voor zijn tijd, maar we merken dat de jongere generatie nu veel ontvankelijker is voor fusiongerechten. Door authentieke smaken in een eigentijds jasje te steken en die via moderne kanalen zoals sociale media te delen, willen de kloof tussen jong en oud overbruggen.”

Het verbinden van generaties ligt hen aan het hart. Ze dragen graag bij aan initiatieven waarin ouderen in het zonnetje worden gezet of de mogelijkheid bieden om juist die doelgroep Surinaams eten te kunnen blijven bedienen, precies zoals de ouderen het gewend zijn. Ze zien het als hun verantwoordelijkheid, tussen het verleden dat hen heeft gedragen en de toekomst die op hen wacht. Want: “The sky is the limit”, aldus Jenna.

June en Jenna lijken hun rol als directeur-bestuurders volledig te hebben omarmd en ze zijn blij dat hun ouders na al die jaren het nu ook rustiger aan kunnen doen. Met een vernieuwde blik op de toekomst van Surinaams eten en een nieuwe generatie liefhebbers, brengen zij een frisse visie voor de Surinaamse keuken van de toekomst. Die keuken is inmiddels de grenzen van de traditionele toko’s vergroeid en manifesteert zich op allerlei nieuwe, eigentijdse manieren zoals in het straatbeeld van Amsterdam en in innovatieve versies van traditionele gerechten en in het hart van een nieuwe generatie liefhebbers.

De Lufo van vandaag is al onderdeel van deze ontwikkelingen met ook allerlei vernieuwde kant-en-klare gerechten, zoals ook hun slogan dat onderschrijft, “Surinaams eten binnen handbereik”. En dus, Pom uit een pakje? Het kan zeker. Met authentieke smaken, eenvoudig op te warmen in de magnetron of in de pan. Voor de oudere generatie lijkt het misschien vreemd, want zoals Henry aangeeft, “ons eten is zo bewerkelijk en kost veel tijd”. Toch is het voor velen een waardevolle en praktische oplossing, een schatkist vol traditie en gemak zonder in te leveren op smaak. 

“Ons eten moet smaken zoals wij het zelf willen eten,” benadrukt June. "Daar wordt geen concessie op gedaan”.

Ambachtelijk, met de hand bereid, en zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke smaak. “We zijn opgegroeid met zoutvlees en bakkeljauw alsof het iets vanzelfsprekend was, maar we beseffen ons dat dit erfgoed is. Aan ons dan ook de taak om dit met respect en visie voort te zetten.” Aldus June.

Als ondernemers van een nieuwe generatie kijken ze ook verder dan alleen productontwikkeling. Ze dromen van educatieve projecten, samenwerkingen, kookboeken, en het ondersteunen van sociale initiatieven. Zo sponsoren ze dit jaar ook 'Free Heri Heri for All’ met een donatie aan cassave voor wel tienduizend maaltijden. 

En zo dromen deze jonge pioniers, die in de voetsporen van hun ouders treden, voor erkenning van Surinaams eten en blijvende toegang tot Surinaamse producten, zodat de rijke Surinaamse cultuur en keuken blijvend gevierd kan worden. Of het nu zoutvlees betreft of kant-en-klare gerechten, bij Lufo gaat het om iets dieper dan alleen eten. 

Het is herinnering, het is overleven, het is trots. Het is het voorzetten van een legacy van Kenneth, van Henry, Jolanda en Lucia. Van de emancipatie van de Surinaamse keuken in Nederland en Suriname naar de wereld. Het is misschien dan ook geen toeval dat Lufo bij de Kamer van Koophandel werd ingeschreven in 1983, 120 jaar na de afschaffing, op de datum 1 juli.

Geschreven door: Ayra Kip